Na 3,5 jaar SV Zevenhoven is het voor Chris Snatersen een mooi moment om terug te kijken op deze periode vol mooie en minder mooie momenten en vooruit te kijken naar de toekomst.
Laten we gelijk met de deur in huis vallen, om ons heen zien we steeds meer berichten over trainers die hun contract verlengen of juist op zoek gaan naar een nieuwe club. Wat zijn jouw plannen voor het volgende seizoen?
“Ik kan met veel enthousiasme melden dat ik ook in het seizoen 2021/2022 voor de groep sta bij SVZ 1. Dit geldt overigens voor de volledige staf, Freek van Leeuwen, Martijn Brouwer, Peter de Kruijf en Leon Kampman hebben allemaal te kennen gegeven heel graag nog minimaal een jaar door te gaan bij de selectie. Het was geen vereiste, maar het maakte de keus om door te gaan wel velen malen makkelijker. We werken heel prettig samen, dus is het logisch dat je dat het liefst wilt behouden.”
Je gaat je vijfde seizoen in bij Zevenhoven. Waarom heb je besloten om na 2 vreemd verlopen seizoenen toch te verlengen?
“Voor mezelf is dit niet meer dan logisch, we zijn dit jaar weinig bij elkaar geweest dus als ik niet zou willen verlengen dan had het vanaf de vorige contractverlenging al twijfelachtig moeten zijn. Dit was absoluut niet aan de orde. Gelukkig staat de spelersraad en de technische commissie hier exact hetzelfde in en hebben zij geen geluiden ontvangen dat de chemie eventueel verdwenen zou zijn. Het mooiste was dat de spelersraad heel duidelijk uitsprak dat ze de beloning voor alle jaren hard werken willen behalen met de huidige staf, hopelijk volgt die beloning in de vorm van een prijs (kampioenschap, promotie via nacompetitie of een periodetitel).”
Terug naar de start van je carriere als trainer van SV Zevenhoven. Je hebt toen wel eens laten doorschemeren dat de vechtlust toen op de trainingen meer aanwezig was dan in wedstrijden. Hoe zat dit?
“Dat was wel bijzonder om mee te maken, van tevoren had ik wel wat gehoord over het acceptatievermogen onderling. Maar toen ik hier tijdens 1 van de eerste trainingen mee te maken kreeg was het wel even schrikken. Het was een relatief simpele driehoeksvorm, waarbij bepaalde handelingen verplicht met links/rechts uitgevoerd moesten worden. Toen dit eenmalig niet gedaan werd, kwam daar gelijk een reactie, met een reactie daar bovenop enzovoorts. Altijd maar zeuren en zeiken op elkaar na elke verkeerde bal. Er zaten er dat jaar een aantal bij die altijd het laatste woord wilden hebben in een discussie en doordat de hiërarchie ontbrak in de groep, was er ook niemand die de boel kalm hield.”
“Het heeft veel tijd en energie gekost om het acceptatievermogen te verbeteren, maar gedurende dat seizoen is het aardig gelukt. Uiteindelijk is het zelfs onze kracht geworden. Tijdens mijn eerste seizoen hadden we absoluut geen kwalitatief brede selectie, maar we stonden er echt als team dat seizoen.”
Wat is het grootste verschil tussen de selectie in je eerste seizoen en de huidige spelersgroep?
“We hebben nu in elk geval een 2e elftal, wat op een zeer behoorlijk niveau speelt. In mijn eerste jaar hadden we een groep van 16 spelers, waarbij het onderlinge niveauverschil ook erg groot was. Toen al moest er vaak een beroep gedaan worden op spelers uit de toenmalige JO19. Dit zijn allemaal spelers die nu nog steeds in de selectie spelen, maar wel steeds volwassener geworden zijn.”
“We hebben nu een mix die ideaal te noemen is, aantal echt talentvolle spelers van 18/19 jaar, aantal 26/27jarige die de groep als geheel houden en de ervaren jongens zoals Marco Pellegrom, Maurits Splinter en Jordy Zwart. Die allemaal hogerop gespeeld hebben en hierdoor het beste kunnen overbrengen wat er gevraagd wordt bij selectievoetbal.”
“In mijn 2e jaar was dit wellicht het grootste probleem, er was een groep speler van de JO19 overgekomen met veel potentie. Maar ze kregen ineens te maken met een andere manier van trainen, scheidsrechters die daadkrachtiger zijn, tegenstander die continu lopen te zuigen en laten we het fysieke aspect ook niet onderschatten. Mede door de ervaring van de oudere spelers hebben de jonge spelers hier gigantische stappen in gemaakt.”
In die 3,5 jaar als trainer bij de club heb je een hoop mooie uitslagen neergezet, onder andere Aarlanderveen uit (2-3 winst), SJC uit (5-6 winst) en FC Oegstgeest uit (2-3 winst). Maar wat is de wedstrijd die je het meeste is bijgebleven?
“Allereerst toch de wedstrijd tegen Aarlanderveen, toen wij na deze wedstrijd terugkwamen bij SVZ werden we onthaald als ‘helden’ in de kantine. De club had een aantal moeizame jaren gehad, de voorbereiding was ronduit slecht te noemen en toen wonnen we de derby tegen Aarlanderveen ineens (die toen al flink aan de weg aan het timmeren waren). Dat blijft altijd wel op je netvlies staan.”
“Als we kijken naar welke wedstrijd, dan kijk ik toch met het meeste plezier terug op de wedstrijd uit bij VVSB zat. 1 voor de beker. We wonnen die wedstrijd met 1-3 van een ploeg die het seizoen ervoor meedeed voor promotie naar de 2e klasse, terwijl wij een moeizaam jaar gehad hadden. Om die reden was er vanuit de kant van VVSB vanaf het eerste moment al een soort David tegen Goliath gevoel. Ze hoopten toch vooral aan het doelsaldo te werken tegen ons. Toen de wanhoop na een minuut of 30 van de gezichten af te lezen was bij ze omdat ons tactische plan werkte en perfect uitgevoerd werd, gaf dat zoveel voldoening. Veel balbezit, veel rust aan de bal en gedurende de wedstrijd ons ook weten te herstellen van een tegenslag (kwamen tegen alle verhoudingen in op 1-0 achterstand).”
“Dit was wellicht het eerste moment dat de groep zelf doorhad wat er echt in zit voor ze.”
Ondanks dat veel van de bizarre wedstrijden uitwedstrijden waren, worden de wedstrijd in Zevenhoven altijd als zeer lastig ervaren door tegenstanders. Hoe komt het dat tegenstanders niet graag bij SVZ spelen?
“We spelen onze thuiswedstrijden natuurlijk op een natuurgrasveld, wat de laatste jaren steeds meer een uitzondering is geworden. Makkelijk voetballende ploegen zoals FC Oegstgeest, Alphense Boys en SCH’44 spelen liever op kunstgras. Mede door de steun van het altijd in groten getale aanwezige publiek leveren we altijd strijd, wat andersom ook werkt. Als wij die strijd leveren, dan is het publiek ook direct hoorbaar aanwezig.”
“Over dat publiek gesproken trouwens, de steun die wij kregen in mijn eerste jaar die was echt indrukwekkend. Zeker gezien de mindere resultaten die we dat jaar en de jaren ervoor geboekt hadden. De steun is in de loop der tijd alleen maar groter geworden, ook bij uitwedstrijden!”
“Ik wil nog wel vermelden dat bestuursleden van bezoekende verenigingen altijd heel graag bij ons komen, de ontvangst op dat vlak is echt super geregeld.”
Welke speler heb je in de afgelopen jaren de grootste stappen zien maken wat betreft ontwikkeling?
“Moeilijke vraag, er springen direct 4 namen echt uit voor mij persoonlijk. Dat zijn Jordy Aartman, Berry Peters, Nick Mooren en Robert Mooren. Berry en Jordy door de manier waarop ze zich bewust geworden zijn van de voorbeeldfunctie die ze hebben als de ervaren spelers. Nick Mooren zijn totale beleving is anders geworden, waarbij het in mijn ogen een geweldige zet is geweest dat hij zelf trainen is gaan geven. Maar mijn nummer 1 is Robert Mooren, die jongen heeft zoveel teleurstellingen gehad, maar hij heeft zich ook altijd weer terug geknokt. In het begin was het in zijn enthousiasme overal willen zijn, alles willen oplossen en daarna relatief veel balverlies lijden. Hier heeft hij vervolgens individueel met Peter de Kruijf aan gewerkt om binnen de speelstijl een meerwaarde te worden. Dat is hem gelukt met alle specifieke kwaliteiten die hij heeft.”
Kijkende naar je gehele trainerscarrière, welke spelers hebben de grootste invloed op de overige groep gehad?
“Met stip bovenaan staat hier Jordy Zwart, zijn invloed vanaf moment 1 is echt ongekend. Sinds hij is binnengekomen is er echt wat veranderd in de mentaliteit van de spelers van de gehele selectie. Iets wat ook door spelers binnen de selectie zo gevoeld wordt, ze zijn veel meer bewust waar ze nu mee bezig zijn. In zijn omgang met zowel spelers als staf merk je niet dat hij zoveel hoger gespeeld heeft, hij maakt voor iedereen evenveel tijd, hij wil iedereen helpen. Maar uiteindelijk heeft hij wel maar 1 doel en dat is winnen. Elk spelletje opnieuw, heerlijk om zo’n speler in de groep te hebben.”
“Graag wil ik Raymond Wens ook nog noemen, zoals hij altijd met zijn lichaam bezig geweest is. Ik zou graag gezien hebben dat hij een grotere invloed gehad had in zijn tijd bij zowel Sportief als Zevenhoven. Ray lag gerust op zaterdagochtend nog bij de fysio, zodat hij zaterdagmiddag fit genoeg was om te spelen en dat op zijn 38ste.”
De KNVB is zich op dit moment behoorlijk aan het buigen over het speelschema voor als de competitie hervat mag worden. Op welke manier zie jij de competitie het liefst uitgespeeld worden?
“Áls, met de nadruk op als want ik heb hier mijn twijfels over, maar als het seizoen hervat wordt dan hoop ik dat ze ervoor kiezen om de eerste competitieronde uit te spelen. Uiteraard dan wel met behoudt van de eerste 4 wedstrijden, zou ons nog eens heel goed uitkomen ook.”
“Mochten we het seizoen niet hervatten dan zou ik hier wel moeite mee hebben, dan ben je eigenlijk 2 seizoenen lang voor niks bezig geweest. Hoe begrijpelijk ook wellicht. Je wilt toch jezelf kunnen belonen aan het eind van een seizoen.”
Als het seizoen hervat wordt, met welke doelstelling gaat SVZ 1 dit dan doen?
“Dezelfde doelstelling als aan het begin van het jaar; promoveren. We laten nu over een langere periode zien bij de betere ploegen van de 4e klasse te horen. Nu wordt het tijd om het doel te halen en of dat dan via een kampioenschap of via de nacompetitie dat maakt mij niet uit. Als we ons maar kunnen gaan meten uiteindelijk met de ploegen in de 3e klasse.”
Wat zijn je persoonlijke ambities nog op het trainersvlak?
“Uiteindelijk denk ik dat alle trainers het liefst zo hoog mogelijk trainer willen zijn. Maar voor mij is het wel van essentieel belang dat ik er plezier in hou. Dit was als jonge gozer ooit de reden om te starten als trainer en dat wil ik graag behouden. Ik zie mezelf ook niet zo snel bij een koude en kille club werken, vooralsnog zijn de verenigingen waar ik gewerkt heb altijd warme dorpsclubs. Ik denk ook wel dat dit het beste bij mij past.”
Wat waardeer je het meeste aan de club SVZ?
“De eendracht is hetgeen wat me het meest bijblijft. Toen ik binnenkwam had de club zoveel klappen gehad (van een stabiele 2e klasse naar degradatie naar de 4e klasse), dus ik verwachtte rommelige club bij binnenkomst, verdeeld in allerlei kleine kampjes. Maar dit was echt totaal niet het geval, iedereen had hetzelfde doel voor ogen. Zo snel mogelijk de neerwaartse spiraal doorbreken.”
“SVZ is een club met een gigantisch menselijk aspect, de betrokken supporters zijn al benoemd. Maar ook dat zo’n klein dorp vol zit met zoveel kundige mensen. Kijk alleen al naar de kantine, een prachtig voorbeeld van de eendracht, de technische commissie weet waar ze het over hebben, bestuurlijk lijkt het allemaal super stabiel te zijn. Ik mag trainen geven op een fantastische accommodatie, die is echt nog 2e klasse waardig, bovendien is er ook nog een de mogelijkheid om te investeren in mooie attributen.”
“Ik kom duidelijk superlatieven te kort om de club te omschrijven en dan heb ik het nog niet eens benoemd dat er zoveel mensen dag en nacht mee bezig zijn.”
Wat zou je graag zien veranderen bij SVZ?
“Na lang nadenken heb ik toch nog iets kunnen bedenken, het zou geweldig zijn als we bij SVZ een bredere jeugd krijgen. Ook al zijn we een kleine club, het zou fantastisch zijn als er in elke leeftijdscategorie een team zou zijn. Ik weet dat er op de achtergrond hard aan gewerkt wordt op alle mogelijke manieren. Verder zou ik oprecht niks negatiefs weten. Alle problemen worden altijd direct getackeld.”
Is er nog iets wat je kwijt wil aan onze leden, vrijwilligers & supporters?
“Ik ben heel blij en trots dat ik nog minimaal een jaar trainer van deze club mag zijn en ik hoop dan ook dat we snel weer actief mogen worden bij de club, lekker voetballen en bezig zijn met wat we het liefste doen. Hopelijk kunnen we dan aan het eind van het jaar een mooi feestje houden om de promotie te vieren!”