In de bestuurskamer van Zevenhoven, met de uiterst sympathieke vrouwelijke voorzitter Judith Röling en haar voorganger en ere-voorzitter Dolf van Leeuwen, gaven ze grif toe dat Zevenhoven geen fraaie match speelde tegen Veensche Boys. Maar trainer Dennis van den Ing denkt daar anders over. Nee, roept hij stellig, Zevenhoven viel niet tegen. “Dat zegt iets meer over Veensche Boys in de eerste helft. Als je als voetbalkenner kijkt, dan hebben we het in de tweede helft wel onder controle. Veensche Boys had geen antwoord meer en toen dacht ik: Dit is onze kans. Op de bank zei ik: Als we snel de 2-1 maken, dan denk ik dat we in het laatste kwartier de wedstrijd naar ons toe kunnen trekken.”
Wat heeft in de rust plaatsgevonden?
Dennis van den Ing: We hebben het in de rust helemaal omgezet. Het is afgestemd op onze eigen spel, om zelf aanvallend meer te kunnen doen. Verdedigend werden we teruggedrongen door de vele lopende mensen van Veensche Boys. Dat gebeurde in de eerste helft. Die linksbuiten komt op rechts en de rechtsbuiten komt op links en de spits zakt uit. De middenvelders komen door. Dat was lastig voetballen. Dat zagen wij ook.
Met alle respect, maar het was toch gewoon alleen maar eenrichtingsverkeer?
Dennis van den Ing: Natuurlijk. Dat zagen wij ook. Ik heb het middenveld versterkt om daar meer grip te krijgen. We kregen toen meer grip op de linkerkant, maar niet op de rechterkant. In de tweede helft was de grootste domper de rode kaart en toen was de wedstrijd gespeeld.
Zevenhoven was koploper en heel veel doelpunten op haar naam. Wat is het geheim en de kracht van Zevenhoven dat vandaag niet uit de verf kwam?
Dennis van den Ing: Wij hebben geen geheimen en wij hebben geen kracht. Veensche Boys heeft het in de eerste helft tactisch heel slim gedaan. Die laten duidelijk zien dat ze titelkandidaat zijn. Dat hebben ze vorig jaar al bewezen en dat doen ze nu weer. Ze hebben een fantastische ploeg staan. We hadden in de eerste helft geen antwoord en kwamen 2-0 achter. Met alle respect, als wij in de tweede helft met elf man kunnen blijven staan, dan moet ik het nog zien. Eigenlijk namen wij het initiatief in de tweede helft over en toen dacht ik: het gaat gebeuren. Wij hebben het omgezet en daar moest Veensche Boys op anticiperen. Dat was voor de spelers van Veensche Boys lastiger dan voor mijn spelers.
Veel gele kaarten en een rode prent. Was het allemaal terecht?
Dennis van den Ing: De scheidsrechter moet de emotie van de wedstrijd lezen. Het is supersportief. Een gelauwerd Veensche Boys kreeg op de gewenste momenten na een ‘OE’ en een ‘ACH’ voordeel van de scheidsrechter. Terecht of niet terecht? Dat maakt niet uit, maar ze doen het slim. Als in een klein momentje iemand iets zegt, trekt de scheidsrechter drie of vier gele kaarten achter elkaar, omdat een speler iets vroeg aan de scheidsrechter. Dan voel je het niet aan.
Interview en foto’s Kees van den Heuvel
Bron: www.veenscheboys.eu